Waar zitten Mijnheer en Mevrouw De Vries ?
- boven in de huiskamer ?
- beneden ?
- beneden in de eetkamer ?
- in de huiskamer ?
Wat doet Mijnheer De Vries ?
- Hij naait een jurk.
- Hij zit in de huiskamer.
- Hij kijkt een film.
- Hij kijkt naar de televisie.
Wat vraagt Annie ?
- Kom je koffie drinken ?
- Heb je veel huiswerk ?
- Schrijf je een brief ?
- Moeder, heeft u een kopje koffie voor Jan ?
Waarom komt Jan niet beneden ?
- Hij wil maar een brief schrijven.
- Hij wil naar een vriend.
- Hij moet een vertaling doen.
- Hij kijkt naar de televisie.